woensdag 1 april 2015

Billie Holiday leeft!

No joke! Billie Holiday leeft! Meer zelfs: ze treedt zelfs elke maandagavond op in de Harlemse Cotton Club. Toegegeven: haar roepnaam is eerder Billie Holiday Jr. of liever Princess Billie zoals James Brown haar ooit noemde. Princess Billie zelf gaat nog een stap verder en eigent zich zelfs het 'dochterschap' toe van de enige echte Billie Holiday: "I am the child she always dreamed of."

De gardenia in haar haren zijn ook onmiskenbaar. Maar haar paspoort leest niet als Elinore Harris (de enige echte geboortenaam van Billie Holiday) maar als Linda Hutchinson. In de zomer verkoopt ze water op straat om de eindjes aan elkaar te kopen. Haar jurk oogt aardig, maar kost naar eigen zeggen 45 USD, net iets minder dus dan één van Billie's duurste mink coats (17.000 USD).

En ondanks het feit dat The Cotton Club op de avond van ons bezoek gesloten is - het toerisme moet begin maart nog op gang komen in NYC -, wil Princess Billie ons ontmoeten. Meer zelfs: ze overtuigt clubeigenaar John Beatty om speciaal voor ons de deuren te openen. Princess Billie ratelt onvermoeid door, maar brengt ons ook twee Billie Holiday-songs. A capella. Haar versie van 'Strange Fruit' zingt ze in de derde persoon.

The Cotton Club is trots dat Billie Holiday - de echte - er ooit optrad. Vreemd: BBC-journalist Stuart Nicholson - auteur van het excellente boek Billie Holiday (1995) - beweert het omgekeerde. Hij pluisde alle kranten uit die tijd uit en vond geen enkele recensie of advertentie terug van Billie performing at The Cotton Club.

The Cotton Club die wij bezoeken op 125th Street in Harlem is ook niet meer de originele die zich in de jaren '20 ooit op 142nd Street bevond en waar Louis Armstrong, Duke Ellington en Cab Calloway het mooie weer maakten. Het publiek uit die tijd: 100% blank. Zwarten? Welkom op het podium, niet in de zaal. Louis had er verdomd niet eens naar zijn eigen show kunnen komen zien. Dat is vandaag anders. Maar zijn beste tijd heeft het wel gehad.

dinsdag 31 maart 2015

Zowaar therapeutisch: hét reisverslag 'Op zoek naar Lady Day' in Humo.

Het voelt bijna aan als therapie: een reisverslag schrijven. Echt: het is het verwerken van een maandenlange voorbereiding en het vertalen van de rush van het moment. Noem het dubbele rush, want niets doen in New York staat reeds synoniem met een - euh - rush. Komen daarbij: het verwerken van de indrukken en het neerschrijven van interviews tot een mooi chronologisch verhaal. Zodat je zelf eindelijk greep krijgt op wat je eigenlijk hebt meegemaakt.

En dat verhaal wordt bovendien (en godzijdank) gepubliceerd. In Humo nog wel. En meteen uitgebreid: zowaar 7 pagina's onder de titel 'Op zoek naar Lady Day'. Extra! Extra! Read all about it!


Op zoek naar Lady Day (Humo, p. 146, april 2015)




zondag 29 maart 2015

Kunnen we voor eens en voor altijd afspreken dat Elinore Harris haar geboortenaam is?

Billie Holiday had evenveel namen als gezichten. Op haar geboorteakte uit 1915 stond haar enige echte naam: Elinore Harris, genaamd naar haar moeder Sarah ‘Sadie’ Harris. Slechts enkele minuten later nam de waarheid reeds een vlucht. De dokter die haar ter wereld bracht, schreef haar naam neer als Elenoir en in de files van het ziekenhuis werd de naam Eleanor terug gevonden. Eleanora werd al snel haar roepnaam. Eleanora Fagan wordt steeds verkeerdelijk als haar geboortenaam aanzien. Haar moeder was dan wel geboren uit een Fagan-Harris familie, maar haar ouders waren echter nooit getrouwd. De naam Fagan kon ze dus simpelweg niet claimen.

De echte vader van Elinore Harris was Clarence Holiday en die noemde haar dochter Bill omdat ze een tomboy was. Niet meteen het beeld dat we hebben van deze elegante vrouw met de prachtige gardina in haar haar. Ze speelde liever met de jongens en eiste eerder een plek op in het baseball team dan touwtje te springen. Als grote fan van de Amerikaanse populaire actrice Billie Dove plakte ze de namen aan elkaar en werd Elinore Harris finaal Billie Holiday.

Hoewel: advertenties uit de vroege jaren ’30 van het befaamde Apollo theater afficheerden haar vaak als Billie Halliday (en zowat alle mogelijke varianten daarop). Billie romantiseerde het muzikantenbestaan van haar vader als gitarist bij de befaamde Fletcher Henderson band zo hard, dat ze zelfs zijn tijdelijke naamsverandering - Clarence Halliday - overnam.

Apollo-advertentie uit 1934 waarop Billie Holiday wordt aangekondigd als Billy Halliday.
Dit was tevens haar eerste appearance op een groot podium in Harlem. 

Apollo-advertentie uit 1935 waarop Billie Holiday wordt aangekondigd als Billie Halliday.

De naam Lady kreeg ze aangemeten in de befaamde speakeasies op 133rd Street in hartje Harlem. In die tijd zongen zangeressen op eigen kracht - en dus zonder microfoon - van tafel tot tafel in clubs zo groot als een huiskamer. De fooien die klanten op tafel legden, werden door de zangeressen opgepikt met hun labia, zeg maar: schaamlippen. Billie weigerde dat ostentatief. Zoiets doet een Lady nu eenmaal niet. Het was Lester Young die haar bijnaam verbasterde tot Lady Day. Al blijft het een vreemde nickname, voor een vrouw die vooral floreerde in het nachtleven.

zaterdag 28 maart 2015

Doorgedreven passie of obsessie?

Dé vraag die ik de jongste weken vaak op mijn bord krijg. "Ben je door Billie Holiday geobsedeerd?" Uiteraard niet! Het is gewoon een passie. Ok, toegegeven: het is een doorgedreven passie. Misschien zelfs een fel doorgedreven passie.

Maar toen ik deze ochtend de verzamelaar 'The Centennial Collection' in de bus kreeg, kreeg ik het even benauwd. 'The Centennial Collection' verscheen zonet via Columbia Records, uiteraard naar aanleiding van haar imaginaire 100ste verjaardag. Voor alle duidelijkheid: Columbia Records was haar eerste platenlabel en dus gelinkt aan de periode van Billie Holiday in de jaren '30. Zeg maar: haar superbe 'rhythm songs' zoals Teddy Wilson ze ooit omschreef om dat ze net iets te traag waren om als swing door het leven te gaan.

Op de hoes: een prachtige foto van de jonge Billie. Op haar hoofd: een hoedje met veren. Guess what? Exact datzelfde hoedje heb ik in New York in mijn handen gehad, dankzij de kleinzoon van haar laatste man Louis McKay. Zou ik nog dichter tot bij Billie raken? Wedden?

Billie Holiday - 'The Centennial Collection'
(2015 - Columbia Records)

For real! Billie Holiday's hoedje met veren, geplukt uit de koffer van Lady Day.

donderdag 26 maart 2015

Was het niet even (té) stil op uw blog Mijnheer Overbergh?

Was het niet even (té) stil op uw blog Mijnheer Overbergh? Yep. Volkomen gelijk! Hectisch in New York? Hoe raadt u het! Mogen we tenminste een kleine update? Graag! Zelfs vanaf nu zowaar weer dagelijks!

Laten we eerlijk zijn: de lat voor dit project lag hoog. De missie had iets van een bezoek aan de maan. En, oh, zelfs daar zijn we geraakt. Maar - realiteit - hoe lager je de lat legt, hoe trager je je naar je einddoel sleept. Vooral in New York waar je zonder bollocks geen meter vooruit gaat. En nog eerlijker: deze paragraaf klinkt 100% not me. Maar het was nodig om er te raken.

Bottom line: FUCK! Workload zwaar onderschat. Maar FUCK: wat een eindresultaat (fluisterde hij zichzelf in)! En nu is de kunst het eindresultaat te delen. Met u! Beloofd! Opnieuw! Elke dag!

En liefst delen met velen! Zoals nu voor het eerst in Knack. En hoe! Mama en Papa Overbergh zullen trots zijn. Een metafoor dat ik altijd gebruik als ik zelf beretrots ben. Maar dat hoeft u alvast niet te weten.
Artikel gepubliceerd in Knack
(p.96, 25 maart 2015)

maandag 9 maart 2015

Frank Sinatra en Billie Holiday: meer gemeen dan verwacht...

De excellente expo 'Sinatra: An American Icon' in de New York Public Library laat me maar niet los. Om de simpele reden dat ik de connectie tussen Frank Sinatra en Billie Holiday nooit echt helder voor de geest heb gehaald. En die overeenkomsten lijken - naast een wederzijds respect - groter dan verwacht.

Zowel Sinatra als Billie debuteerden op platenlabel Columbia. Sinatra met 'The Voice of Frank Sinatra' in '46 en Billie in '33 met 'Your Mother's Son-In-Law'. Toegegeven: technische materie, maar wel opvallend was dat hun repertoire flink wat overeenkomsten kende. Songs als 'You Go To My Head', 'The Foolish Things', 'I Don't Stand A Ghost of a Chance', 'How Deep Is The Ocean, 'Body and Soul', 'They Can't Take That Away From Me', 'A Foggy Day', 'Too Marvelous For Words' of 'All Of Me' (en nog een pak meer) stonden op de playlist van beiden. En dat elk met hun eigen unieke vertolking.

Maar ook de cruciale naam Lewis Allan (echte naam: Aber Meeropol) duikt bij beiden op. Zo reikte deze Joodse leraar Billie de legendarische anti-lynch song 'Strange Fruit' aan, maar hij schreef ook 'The House I Live In'. Het lied werd de titeltrack van deze sociaal bewogen kortfilm uit '47 met Sinatra in de hoofdrol.

Ook jazzpianist Count Basie kruiste beiden hun pad. Frank Sinatra had het geluk om met hem te mogen opnemen (o.a. het album 'It Might As Well Be Swing' uit '64), Billie had die kans niet omwille van platenfirma issues. Toch verschenen er postuum live-opnames van Billie Holiday en Count Basie opgenomen in de fameuze Savoy Ballroom in Harlem eind jaren '30.

Nog? Sinatra trad vaak op op benefieten, en - niet zo meteen geweten - so did Billie. Van beiden zijn ook fantastische foto's gemaakt door de excellente fotograaf Herman Leonard. Overtuig u zelf in een volgende blog.

En tot slot was er nog het 'laatste' postuum uitgebrachte album van Billie Holiday: 'Last Recordings' ('59). Tegen orkestleider Ray Ellis - met wie ze ook 'Lady In Satin' opnam - zei ze: "Make it sound like Sinatra." In de song 'There'll Be Some Changes Made' verandert ze zelfs de tekst van "Even Jack Benny has been changing his jokes" naar "Even Sinatra has been changing his jokes".

Affiche van de kortfilm 'The House I Live In' uit '47 met Sinatra in de hoofdrol.
De titeltrack werd geschreven door Lewis Allan, die tevens 'Strange Fruit' schreef.

Legendarische 'battle of swing' in de beroemde Savoy Ballroom eind jaren '30 met
Count Basie feat. Billie Holliday (sic). Billie deed het live met Basie, Sinatra op plaat.